Programma

Veiligheid is een basisrecht. Via de fusie van politiezones willen wij dit verbeteren. Dit zorgt voor een optimalisering van de aanrijtijden van de interventieploeg, maar bijvoorbeeld ook  voor een betere beschikbaarheid van de wijkagenten.

Het aantal inbraken, zeker in de sector Walshoutem, is teruggedrongen, o.a. door de ANPR-camera’s.  Extra (mobiele) camera’s op risicoplaatsen zijn nodig. Niet enkel met oog op preventie van criminaliteit, maar ook om bijvoorbeeld sluikstorten aan te pakken. Daarnaast beperken we inbraken via een specifiek adviseur bij de politie en gerichte info bij (ver)bouwwerken, evenals door de ondersteuning van buurtinformatienetwerken of varianten via digitale apps.

De politie moet steeds bereikbaar zijn. De stad fungeert als communicatiekanaal voor de politie, o.a. inzake bekendheid wijkagent en instrumenten als ‘Police-on-web’. We stemmen openingsuren op elkaar af en integreren processen (vb. inzake verlies rijbewijs of identiteitskaart). Nauwe contacten met de politie zorgen ook voor snelle dienstverlening bij domiciliëring en organisatie van evenementen.

Extremisme is niet louter een probleem van grote steden: de wereld is immers ons dorp. We geloven in integratie die we via allerhande initiatieven ondersteunen. Maar we zijn niet blind voor uitwassen. Onze gemeentelijke diensten Burgerzaken & Integratie zetelen actief met de politie in de Lokale Integrale Veiligheidscel, ter preventie en opvolging gewelddadig extremisme. We monitoren via wijkagent en commissie de al dan niet erkende lokale geloofsgemeenschappen.

Veiligheid is controle. We zetten in op handhaving van de regels, in het belang van de wijk, stad of gemeenschap. Dit gaat van snelheidscontroles (in het bijzonder aan schoolomgevingen), over domiciliecontrole (sociale fraude, schijnhuwelijken) tot handhaving en strikte controle van de vergunningsplicht nachtwinkels, shisha-bars en vergelijkbare inrichtingen waar een moraliteitsonderzoek (strafrechtelijk verleden etc.) aangewezen is.

De herinrichting van de Stationsstraat creëert een aangenamer handelscentrum met groen en ruimte voor terrasjes, parkeren is gericht op winkelen, langparkeren hoort thuis op randparkings.

Verkeersveiligheid aan schoolomgevingen is van essentieel belang. We voorzien een verdere uitrol en evaluatie van de ‘kus- en rijzones’, voortzetting van het octopusplan, het gebruik van digitale schoolroutekaarten, sensibiliseringsacties t.o.v. ouders i.v.m. correct parkeergedrag en doorstroom van verkeer (zeker bij aanvang van het schooljaar). Verder organiseren we voor alle scholen o.a. het levend verkeerspark, de opleidingen gemachtigd opzichter en de STRAP-dagen.

Dorpskernen moeten ook dorp blijven wat betreft de mobiliteit. Daarbij hoort een visuele signalisatie zoals voorzien in het beeldkwaliteitsplan, en aangepaste inrichting bij het betreden van de kernen. Eventueel dient de doorstroming te worden herzien.

Sluipverkeer en sluipparkeren in ruilverkavelingswegen wordt ontmoedigd. Dit in het bijzonder door een verlenging van de reistijd op de sluiproute: onderbrekingen of tractorsluizen zijn daarbij een optie.

Trage wegen zorgen voor een reductie van verkeer en een aangenamere mobiliteit. We voorzien een budget om deze trage wegen (terug) open te stellen en aan te duiden, zeker in schoolomgevingen.

Fietspaden zijn belangrijk, we gaan voor een goed onderhoud hiervan en proberen deze te realiseren als verbindingsweg tussen de onderscheiden delen van Landen.

Oversteekplaatsen gaan gepaard met een duidelijke signalisatie en verlichting, zeker op drukkere straten.

Overdreven snelheid wordt aangepakt. Snelheidscontroles zijn daarbij een hulpmiddel. Niet enkel repressief maar ook preventief. Ze bieden een instrument om het verkeersbeleid bij te sturen en te bepalen waar verkeersinrichtingen, zoals snelheidsremmers, aangewezen zijn.

Herinrichtingen gaan steeds gepaard met een doordachte visie op mobiliteit, met aandacht voor fietsers en voetgangers, maar ook voor ouderen en mindervaliden. Herinrichtingen moeten efficiënt zijn en aangepast aan de omgeving (vb. juiste keuze van snelheidsremmers en verstandige plaatsing). Ze worden gestroomlijnd tussen aannemers, nutsmaatschappijen en bewoners teneinde overbodige werken en overlast te vermijden en ervoor te zorgen dat eenzelfde straat niet meermaals wordt opgebroken.

Landen heeft een aangenaam landelijk karakter dat we wensen te behouden. We creëren een stad die klaar is voor de toekomst. We faciliteren bouwaanvragen en verzekeren een snelle en correcte behandeling. Bij verkaveling hebben we specifiek aandacht voor voldoende onderwijscapaciteit en kinderopvang.

Hoogbouw en verdichting kan in het centrum. Daarbij wordt evenwel gewaakt over de woonkwaliteit en het esthetisch karakter van nieuwe projecten. Evenzeer worden quota inzake parkeergelegenheid en (groen)voorzieningen opgelegd. Verdichting staat voor ons expliciet niet gelijk met het volledig volbouwen van een perceel.

De dorpen blijven groen en landelijk. Er is geen plaats voor manifeste hoogbouw. We volgen het beeldkwaliteitsplan, het bestaande groen, zichten en erfgoed. Nieuwe woningen worden ingepast in functie van de heersende esthetiek en de draagkracht van de omgeving. Er is geen (verdere) lintbebouwing op verbindingswegen.

Woningen verdienen bewoning. Leegstand en verkrotting wordt aangepakt. We stimuleren woningverbetering en informeren omtrent de hulpverlenende maatregelen die er zijn (o.a. via onze dienst Beter Wonen aan de Gete en de aanpassingspremie van Wonen Vlaanderen). We faciliteren kangeroewonen en experimentele woonvormen (kabinet Homans).  Tevens geleiden we leegstaande woningen naar Sociale Verhuurkantoren, eerder dan daadwerkelijk woningen bij te creëren. 

N-VA Landen gaat voor leefbare dorpen, met behoud van het groene karakter en landelijke stijl. Dit in overeenstemming met de richtlijnen van het beeldkwaliteitsplan. Manifeste hoogbouw is uitgesloten. Dorpskernen moeten ook dorp blijven wat betreft de mobiliteit. Dit kan o.a. door  een aangepaste inrichting bij het betreden ervan.

We promoten actief het sociale netwerk. Enerzijds door aangepaste infrastructuur op maat van het dorp. Speeltuintjes, zitbanken en een petanquebaan kunnen een wereld van verschil maken. Deze kunnen ook bewust grotere vormen aannemen (vb. speeltuin in de Beemden). We willen inzetten op ontmoetingscentra. De realisatie hiervan beschouwen we vooral in Attenhoven en Walshoutem als zeer dringend. De discussie omtrent de toekomst van de kerkgebouwen wordt hierin betrokken. 

Anderzijds stimuleren we verenigingen en lokale activiteiten. Onze cheques voor wijkfeesten en specifieke subsidies voor dorpsactiviteiten zijn daarin een nuttig instrument. We geloven in initiatieven van onderaf. Vanuit de stad proberen we evenementen te organiseren die zich door hun aard (en technische vereisten) laten realiseren in deelgemeenten, zoals we o.a. deden met de tentoonstellingen met foto’s uit de oude doos (Attenhoven, Neerwinden, Wange), “De Beemden in Vuur en Bloei”. Uiteraard denken we daarbij ook aan ons mobiel speelplein (en ander materiaal) dat van wijk tot wijk gaat.  

Onze specifieke aandacht gaat uit naar oudere en minder mobiele mensen in de dorpen. We willen projecten inzake vereenzaming en woonkwaliteit hierop toespitsen (vb. bevraging van de 80-plussers). Het wijkrestaurant faciliteert zoals heden vervoer. We dringen aan op een ruimer aanbod van de belbus e.a.

Een groene en duurzame leefomgeving

Stads- en dorpskernen moeten groen zijn. Bloemen en bomen zijn een vereiste voor een kwalitatieve leefomgeving. Tegelijk  moet het openbaar groen beheersbaar blijven. Dit realiseren we via doordachte aanplantingsplannen en een bomenbeheersplan dat met kennis van zaken de juiste bomen voor de omgeving selecteert (onderhoud, resistentie, aangepastheid aan de omgeving en diversiteit).

Wateroverlast is lokaal een ernstig probleem. Waar hergebruik en infiltratie niet mogelijk zijn, wordt dit (verder) aangepakt met erosiebekkens die voorzien in lokale buffering en verplicht worden opgelegd bij grote bouwprojecten. Voor aflopend water van de akkers voorzien we in aarden dammen en grasstroken via beheersovereenkomsten met landbouwers.

Bewust omgaan met afval

Afvalverwerking is voor de maatschappij een stevige kost. We houden vast aan het principe dat eenieder betaalt volgens de hoeveelheid afval die men produceert. Dit is eerlijk, sensibiliseert en zet aan tot sorteren. We verminderen de afvalberg en beperken de kost via o.a. een selectieve ophaling en ondersteuning van initiatieven inzake (thuis)recyclage (composteren, kringloop, repair café, ...).

Zwerfvuil is voor eenieder een doorn in het oog. Alles laten opruimen door stadsarbeiders is onbegonnen werk. Sensibilisering is noodzakelijk. We ondersteunen lokale opruimacties met materiaal en geven hieraan ook de nodige publiciteit. We confronteren overtreders met de prijs en het volume van opgehaald zwerfvuil door affichage hiervan in kader van “hier is opgehaald”-acties. Mobiele camera’s op overlastpunten hebben een ontradend effect. Overtreders worden gestraft met GAS-boetes.

Milieu als mentaliteit

De stad neemt haar voorbeeldrol op (ecologisch wagenpark, energiebehoefte gebouwen, …), maar promoot ook actief een ecologisch denken. Dit start van bij de geboorte, met de aanplanting van een geboortebos, acties in scholen en loopt tot groene begraafplaatsen. Zij doet dit niet alleen, maar in samenwerking met verenigingen als Natuurpunt, de landbouwers en Regionaal Landschap (o.a. aanplant fruitbomen, hagen, kleine landschapselementen, bermbeheer). Initiatieven die niet meer zijn dan een persmoment, horen niet thuis in dit beleid.

Sinds 2015 heeft de stad geen eigen gemeentescholen meer. Maar zij neemt wel haar rol als regisseur op. In eerste instantie door het indienen van capaciteitsdossiers, waardoor subsidie kan worden gekregen voor verdere schoolbouw in de onderscheiden netten. Zo werd deze legislatuur door ons twee miljoen euro verworven waarmee extra klaslokalen gebouwd worden bij Wonderwijs Walshouten, St-Gertrudis en Hof Pepijn. We dienen deze aanvragen consequent in.

We willen dat de stad verder voorziet in promotie van de scholen op het eigen grondgebied en in regelmatige overlegmomenten o.a. inzake mobiliteit, inschrijvingsbeleid en cultuur- en sportactiviteiten. Ze voorziet tussenkomst van de diensten inzake o.a. taalstimulering, milieu- en verkeerseducatie en bij betalingsmoeilijkheden.

We verlangen dat de scholen stadsinfrastructuur tegen een gunsttarief gebruiken. Anderzijds worden scholen ook zoveel mogelijk multifunctioneel gebruikt in het kader van de ‘brede school’. Flankerende initiatieven vanuit de stad vinden plaats in de scholen en/of stedelijke infrastructuur (buitenschoolse kinderopvang, ‘getoeter en getater’, …).

We realiseren voldoende kinderopvang, via het nieuwe kinderdagverblijf met verdubbeling van capaciteit, maar ook door financiële ondersteuning van kinderkribbes en onthaalouders. Ouders worden door de stad actief geïnformeerd en doorverwezen naar deze instanties, ook bij occasionele kinderopvang.

Door het Huis van het Kind en het consultatiebureau van Kind & Gezin ondersteunen en informeren we (jonge) ouders. Er is een infotheek, een spelotheek en een tweedehandskledingwinkeltje voor kinderen van 0-3 jaar. We bieden begeleiding via allerhande activiteiten (vb. prenatale lessen, infosessies rond zindelijkheid en eerste hulp bij baby’s) en organiseren een jaarlijkse gezinsdag.

Ook de voor- en naschoolse opvang evenals de vakantieopvang verdient onze speciale aandacht. We faciliteren verder veilige en kwalitatieve opvang in de schoolgebouwen, onder toezicht van bekwame begeleiders.  Het verhoogde aantal kinderen in deze opvang bewijst dat dit door ons vernieuwd systeem werkt

De realisatie van een definitief jeugdhuis is voor ons prioritair in het jeugdbeleid. Door het tijdelijk gebruik van de brasserie aan GC Amfi bekomen we een kern jongeren die met kennis van zaken een definitief jeugdhuis en fuifzaal (domein ’t Park) zullen uitbaten. De uitbating is  pluriform en biedt podium aan een divers scala van activiteiten en optredens.

Eveneens belangrijk is het onderhoud en de eventuele uitbouw van de bestaande infrastructuur van de jeugdverenigingen, niet enkel in het centrum (scouts), maar ook de deelgemeenten (KLJ). We doen dit via specifieke subsidies die ‘en bloc’ kunnen worden opgenomen en maximaliseren daarbij ook de subsidies die van de hogere overheden kunnen verworven worden (zoals o.a. gebeurde voor het Schilderhof via kabinet Weyts).

N-VA gelooft in initiatief: we geven onze jeugdverenigingen bij voorkeur infrastructuur en materiaal om iets te organiseren. Het aankoopbeleid van de stad inzake materiaal houdt dan ook specifiek rekening met de noden van jeugdverenigingen en -activiteiten. In bijzonder denken we daarbij aan de behoeften van Rock Landen (zoals dit jaar gebeurde bij o.a. aankoop van tenten en verlichting).

In het verleden is de jeugdraad een vruchtbare voedingsbodem geweest van activiteiten die ook nu nog hun aantrekkingskracht tonen. We pleiten voor een (hernieuwd) actieve jeugdraad.

Onze aandacht gaat ook uit naar maatschappelijk kwetsbare jongeren. Wij willen aandacht hebben voor hun noden en behoeften. Via allerlei initiatieven (mobiel speelplein, ‘getoeter en getater’, skatetoernooi en dj-contest) met begeleiding van de jeugdopbouwwerker willen we ze een stem geven.

We betrekken senioren en hun verenigingen maximaal in het culturele leven van Landen en bij vrijwilligerswerk (bv. bibliotheek, opvang, integratie, evenementen, …). We houden rekening met de adviezen van de seniorenraad en ondersteunen de verschillende seniorenverenigingen bij hun initiatieven. Zo ontstaat er in samenwerking met de stad een stimulerend en attractief vrijetijdsprogramma voor senioren en o.a. het jaarlijkse Seniorenfeest.

We denken aan de oude dag waarin fysieke ongemakken komen en waarbij de woonkwaliteit aangepast moet zijn. De stad geeft advies in verband met ingrepen & subsidies en onderneemt acties die de leefkwaliteit bevorderen. We denken daarbij o.a. aan de afstemming van poets- en thuisdiensten (ook in het weekend), aan maaltijdlevering en vervoersdiensten, aan het tegengaan van vereenzaming via bezoeken van vrijwilligers (cf. bevraging 80-plussers) en het verderzetten van de gemeentelijke mantelzorgpremie.

De stad biedt uiteraard ook gerichte en kwaliteitsvolle informatie over de verschillende vormen van ouderenbegeleiding en ouderenverblijven. Ons nieuwe woonzorgcentrum Oleyck zorgt met de gerealiseerde uitbreiding van de plaatsen en de assistentiewoningen voor een ruime en kwaliteitsvolle opvang van ouderen tegen een sociale prijs.

We streven naar een goede en doordachte infrastructuur voor de verschillende aangeboden sporttakken in Landen, zowel voor beoefening van de sport als voor materiaalopslag. Ook het huidige zwembad kan hierin een nieuwe bestemming krijgen. Door diverse acties (pepijnjogging, urban run, pepijnbeker, …) moedigen we alle lagen van de bevolking aan om deel te nemen aan gezonde en evenwichtige sportbeoefening, met bijzondere aandacht voor jeugd (o.a. uitbreiding van het sportaanbod vakantieopvang) en senioren (sportelen). 

We geven ruimte aan dieren en hun eigenaars. Dit gaat van losloopweide(n) en hondentoiletten (waar gepast) tot bijenkorfstekken. Zowel eigenaars als dieren moeten zich goed voelen. Ons uitgangspunt is dat wie een huisdier neemt, dit dier ook moet verzorgen. Helaas is dit niet steeds het geval. We maken concrete afspraken met de politie voor interventie bij mishandeling en met onze dienst Milieu voor opvolging.

Ook voor dieren zonder baasje moet gezorgd worden. We werken samen met het asiel voor opvang en voeren een diervriendelijk populatiebeleid. O.a. via sterilisatie van zwerfkatten en een contraceptieve til (met gipseieren) voor vogels

Handel in Landen behoeft een gezonde mix tussen detailhandel en warenhuizen. Warenhuizen worden aangetrokken, maar met bescherming en aandacht voor detailhandel en buurtwinkels. We houden toezicht op de nachtwinkels, zowel wat het aantal betreft als het naleven van afspraken en regels.

Door de herinrichting van de Stationsstraat wordt een attractiever kader gecreëerd  voor winkelen, met groen en ruimte voor terrasjes. We leggen in eerste fase nadruk op het  Marktplein. De leegstaande handelspanden worden geactiveerd door o.a.  (starters)ondersteuning, promotieacties en leegstandsheffing. We stimuleren acties en evenementen met een handelskernversterkend karakter i.s.m. de vereniging Landen Leeft en de horeca en communiceren hierover in een ruimere regio.

Het parkeren in de Stationsstraat is gericht op winkelen, langparkeren hoort thuis op randparkings. Specifieke laad- en loszones maken dat het doorgaand verkeer niet wordt verstoord.

We herbekijken de locatie van de wekelijkse markt en proberen deze te verruimen. 

Cultuur vereist infrastructuur. N-VA Landen gaat voor ontmoetingscentra in de grotere deelgemeenten (Attenhoven en Walshoutem) die worden uitgebaat door de lokale verenigingen, zoals deze legislatuur al werd gerealiseerd met OC Wing (Neerwinden). Domein ’t Park (EMI) willen we uitbouwen tot cultuursite, waar naast de Villa (waar nu de kunstacademie en repetitielokalen voor muziekgroepen worden gecreëerd), een cultuurzaal wordt gerealiseerd, met ruimte voor verenigingen, evenals een definitief jeugdhuis, fuifzaal en een uitgebreide bibliotheek.

Het cultuurprogramma wordt uitgebreid en onze activiteiten opgeschroefd. We organiseerden deze legislatuur vele activiteiten zoals Vlaanderen Feest, het Foodtruckfestival en Landen Plage, de Kermis, Paaseierenraap, WinterLanden, het onthaal van de Sint, … . Deze activiteiten brengen leven in Landen en versterken het sociale netwerk.  Nieuwe activiteiten als een sprookjestocht (wat we nu voor de eerste maal uitproberen) of een ‘oktoberfest’ vullen dit aan.  

Het kloppende hart van Landen zijn echter de verenigingen die van onderaf leven in Landen brengen. Van Rock Landen en de reuzengilde(n), over diverse (sport- en cultuur)verenigingen, tot wijkfeesten. Zij verdienen verdere financiële en materiële ondersteuning vanuit de stad, lokalen en een overlegplatform om alle activiteiten te spreiden. 

Landen beschikt over een rijk, maar onvoldoend gekend erfgoed. We zetten dit in de kijker door kleinere projecten die in eerste instantie de inwoner zelf met het verleden confronteren (dag van de fotografie, ontmoetingen aan tumuli, lezingen en tentoonstellingen) en door een promotie van het erfgoedverhaal via BC Rufferdinge, waarbij we ons ook tot kinderen richten. Ook krijgt de site van St-Gitter een nieuwe inrichting. Partner bij dit alles is de Geschied- en Heemkundige Kring (GHK) Landen.

Ons toeristisch verhaal sluit aan bij erfgoed maar zeker ook bij het wandel- en fietsnetwerk. We gaan voor promotie van de bestaande routes met aandacht voor onderhoud, bewegwijzering en effectieve verbinding. In samenwerking met de diverse actoren (logieuitbaters, toeristische diensten, GHK) diepen we de merknaam Landen uit en voeren hiervoor ruimere promotie, o.a. middels evenementen als een (fiets)bloesemweekend, de kerststallen, ‘De Beemden in Vuur en Bloei’ en ‘Feest aan de molen’.  

We hebben aandacht voor de mogelijkheden die de bouw van het nieuwe zwembad met zich mee brengt. We koppelen dit verhaal terug aan Landen als merknaam.

Landen is een Vlaamse stad. Het Vlaams karakter bevordert ons maatschappelijk netwerk. Taal speelt hierin een belangrijke rol. N-VA Landen ziet taal als een manier om mensen te verbinden en zet hier dan ook op in via taalinitiatieven en duidelijke communicatie in het Nederlands. Onze identiteit mag ook getoond worden: we hanteren een correcte bevlagging en vieren onze samenleving op activiteiten als ‘Vlaanderen Feest!’.

Via integratie werken we aan een warm onthaal van alle nieuwe inwoners. Met specifieke projecten zoals praatavonden voor anderstaligen, een taalpunt in de bibliotheek en fietslessen voor volwassenen, zetten we in op de praktische kant van het integratieverhaal. Specifiek voor kinderen hebben we ‘Getoeter en Getater’ dat studie, taalstimulering en spel combineert onder begeleiding van de vrijwilligers en bekwame begeleiders. Ook de ouders worden hierbij betrokken en ondersteund.

We vinden het essentieel dat nieuwkomers onze normen en waarden delen. We waken actief over inburgering en treden op bij onwil en (signalen van) extremisme. We tolereren geen vragen tot segregatie en aanvaarden bijvoorbeeld geen opsplitsing van publieksactiviteiten volgens afkomst of geloof.

De administratie staat ten dienste van de burger. N-VA Landen gaat voor een klantvriendelijke dienstverlening. Een nieuwe website maakt mogelijk dat veel documenten van thuis uit zullen kunnen aangevraagd worden. Digitale ondertekening en andere (informatiserings)projecten zullen maken dat deze documenten ook niet meer dienen te worden afgehaald, maar onmiddellijk en rechtsgeldig elektronisch worden bezorgd. Om wachttijden te vermijden gebeurt de bespreking van complexe dossiers op afspraak en kunnen dringende documenten op alternatieve locaties worden afgehaald (vb. reisvisum in de bibliotheek).

We geloven in een ‘uniek loket’. Gegevens die reeds bekend zijn bij andere administraties worden niet meer bij de burger opgevraagd (o.a. bij sociale correcties) en subsidies worden rechtstreeks uitgekeerd. Anderzijds maken we het voor de burger ook makkelijker om gegevens aan te leveren. Via een stad-app kan eenvoudig (met foto en locatie) informatie worden doorgegeven (vb. voor onderhoud wegen, sluikstort, ...). We vereenvoudigen ook de aanvraag van evenementen en uitleen van materiaal.

Rode draad door het beleid is een correcte behandeling van alle dossiers. Objectiviteit staat steeds voorop, o.a. bij aanwervingen, het afleveren van (bouw)vergunningen en aankopen.

Burgerparticipatie is essentieel, maar steeds gestructureerd. We geloven niet in loutere verspreiding van informatie (vb. videoregistratie van gemeenteraad) als participatie. Wel betrekken we inwoners bij concrete dossiers in hun buurt, o.a. bij bouwdossiers,  of interessesfeer. In het bijzonder valoriseren we onze adviesorganen, zoals de jeugd-, cultuur-, bibliotheek-, preventie-, mina-, seniorenraad, Gros, Lok, de Gecoro en Landen Leeft!   

Iedereen heeft recht op maatschappelijke dienstverlening die erop gericht is hem in staat te stellen een menswaardig leven te leiden. Wij kunnen niet aanvaarden dat Landenaren in armoede leven. Armoede en de sociale gevolgen daarvan bestrijden, maar vooral voorkomen, is onze plicht.

We geloven daarbij in het persoonlijk contact van de burger met de sociaal assistenten en proactieve interventie bij ’alarmsignalen’ (vb. bij achterstand schoolrekeningen, contactvraag via jeugdwerker, …). We stimuleren initiatieven rond schuldpreventie en optimaliseren procedures als budgetbeheer en schuldbemiddeling in functie van snelheid van aanpak. We houden de toegang tot onze diensten voor informatie en hulp laagdrempelig.

Promotie van zelfredzaamheid is belangrijk. Werklozen worden actief doorverwezen i.f.v. nieuwe tewerkstelling met specifieke aandacht voor de sociaal zwakkeren. Voor langdurig werklozen is er het wijkwerken. Leefloners  worden, binnen de grenzen van de wet, ingezet in gemeenschapsdienst. Zo vinden ze weer aansluiting bij de maatschappij en de arbeidsmarkt.

Sociaal beleid is slechts houdbaar wanneer dit strikt in de hand wordt gehouden en misbruik wordt aangepakt. Steun is enkel mogelijk na grondig voorafgaandelijk onderzoek, transparantie van de steunvrager en duidelijke afspraken over het te volgen traject en de te behalen doelstellingen. Onze diensten signaleren actief gevallen van sociale fraude bij het meldpunt ‘Eerlijke Concurrentie’.

Alle uitgaven zijn weloverwogen en gericht op efficiëntie. Er wordt gekeken of de uitgaven kaderen binnen de kerntaken van de stad hetzij facultatief zijn.

De structurele werkingskosten worden herbekeken vanuit een ‘zero-based’ benadering. We ‘benchmarken’ ons daarbij met vergelijkbare gemeenten. Bij alle uitgaven, in het bijzonder subsidies en dienstverlening, wordt de return on investment bekeken: verantwoordt de toegevoegde waarde de (overhead)kost?  

We herbekijken of bepaalde dienstverlening niet zonder belastinggeld door derden kan worden uitgevoerd (cf. overdracht gemeentelijk onderwijs, inzet vrijwilligers zoals nu reeds het geval is voor de bibliotheek, leefloners, …).

Bij overheidsopdrachten minimaliseren we de kost door de concurrentie zo ruim mogelijk te laten spelen. We steunen de lokale handelaar, maar dit mag niet ten koste van de belastingbetaler gaan.

We spreken maximaal provinciale, gewestelijke of federale subsidies aan om gemeentelijke projecten uit te voeren.

Daarnaast herstarten we terug het project om samen met andere gemeenten of overheden structureel samen aan te kopen waardoor we (efficiëntie)winsten kunnen halen. Voorbeelden zijn de raamcontracten vanwege de Vlaamse overheid inzake IT, samenaankoop van zwaar materieel met andere gemeenten, energie via Fluvius.